22-08-2000

Politie start Team Verkeershandhaving “Aantal verkeersslachtoffers is hier veel te hoog”

Binnenkort start het Team Verkeershandhaving van de politieregio Brabant-Noord met haar werkzaamheden. Dit team moet het verkeer in Brabant-Noord de komende vier jaar veiliger maken. Want het aantal verkeersslachtoffers is te hoog. Reden genoeg voor een project verkeershandhaving. Tijmen Horst is als teamchef al sinds begin van dit jaar betrokken bij de inrichting van het Team Verkeershandhaving.

Door Brigitte Rijshouwer DE MAASBODE-20 oktober 2000

“Het belangrijkste doel is om Brabant-Noord verkeersveiliger te maken. Brabant kent een relatief hoog letselrisico. Wat verder opvalt is dat de pakkans nu op een aantal punten (o.a. alcohol) kleiner is dan in de rest van Nederland. Ook het probleembesef’ voor wat betreft verkeersveilig is bij Brabanders minder dan bij overige Nederlanders. We zien dan ook een hoog percentage normovertredingen en alcoholgebruik in het verkeer. We zullen dus vooral op die punten moeten investeren”, aldus Tijmen Horst. Het Team Verkeershandhaving heeft een harde doelstelling. “In 2010 willen we 5o%, minder dodelijke en 40% minder letselongevallen registeren ten opzichte van het niveau van 1986. Afgelopen jaar constateerden we nog een toename van verkeersslachtoffers. Het komt er op neer dat we fors meer inspanningen gaan leveren op het gebied van verkeershandhaving en dan met name op 5 (landelijke) speerpunten: rood licht, snelheid, helm, gordel en alcohol.

In november zichtbaar
Officieel bestaat het Team Verkeershandhaving sinds 1 Juli 2000, maar het wordt pas ‘zichtbaar’ voor het publiek in november. De teamchef daarover: “We zijn op dit moment nog druk bezig met de aanschaf van materialen en met de werving en opleiding van medewerkers. Deze maand gaan de eerste kandidaten naar de BOA-opleiding. Als ze daar begin november mee klaar zijn, zijn ze verkeersassistent en kunnen we meteen van start met de handhavingsactiviteiten. Het complete team bestaat uit 28,5 formatieplaatsen.
Overigens blijkt dat voor alle kandidaten onze formule van werken en leren een heel belangrijke rol speelt bij hun keuze voor ons team. We beginnen hiermee zelfs binnen politiekringen al landelijke bekendheid te krijgen. De kandidaten gaan na de BOA-opleiding namelijk aan het werk in ons team, maar ze gaan ook één dag in de week naar school. Ze volgen dan de herziene POPS A-opleiding. Daar zijn we ook al de eerste mee en dus ·geldt dit als een pilot. Zeker in deze tijden van een krappe arbeidsmarkt blijkt dit een aantrekkelijk concept.”

Draagvlak is cruciaal
In het begin {tijdens de opleiding van de verkeersassistenten tot surveillant), zal de nadruk liggen op handhavingsactiviteiten rond snelheid en rood licht. Daarna komen de andere drie speerpunten erbij.
Concreet betekent handhaven meer controleren, maar ook gedrag beïnvloeden. Verkeersveiligheid zit immers vooral in het gedrag van de weggebruikers. Volgens Tijmen Horst zullen de overtreders zoveel mogelijk worden aangesproken op de consequenties van hun gedrag. “Het Is belangrijk dat alle weggebruikers weten waarom we controleren, waarom bepaalde situaties onveilig zijn en vooral: wat verkeersveilig gedrag oplevert. We zoeken dus draagvlak voor verkeersveilig gedrag. In het begin zal dat best moeilijk zijn, want het is algemeen bekend dat controles op bijvoorbeeld snelheid het draagvlak niet direct vergroten. Dat moeten we incalculeren, maar we willen er ook op inspelen. Door uit te leggen waarom een bepaalde situatie onveilig is en waarom we daar controleren op bepaalde momenten. Ik ga er van uit dat als je het goed uitlegt dat het begrip en draagvlak daarop volgt en daardoor een positieve verandering in het verkeersgedrag. Uiteindelijk betekent dat minder verkeersslachtoffers.”

Samenwerking
Het Bureau Verkeershandhaving van het Openbaar Ministerie (BVOM) is opdrachtgever van de regionale handhavings-teams. Het BVOM staat onder leiding van de inmiddels bekende verkeersofficier van Justitie, mr. K. Spee. Aanleiding was het besluit van het kabinet in 1997 om de verkeershandhaving te intensiveren. In 1999 gingen de eerste 8 korpsen met regioplannen van start, waaronder Zeeland, Gelderland-Zuid en Brabant Zuid-Oost. In 2000 volgen nog eens 8 korpsen, BVOM financiert ook de extra inspanningen, zodat ze niet ten koste gaan van andere beleidsspeerpunten van het korps.
De regiopolitie heeft daarvoor een inspanningsverplichting en zal zich maximaal inzetten om te komen tot de minimaal afgesproken hoeveelheid controle-uren op de v1ji speerpunten (taakstellingen). De inspanningen zijn aanvullend (dus extra) op de doelstellingen die al in districten worden gerealiseerd. Dat betekent overigens niet dat het Team Verkeershandhaving los staat van het korps. Integendeel, het team maakt deel uit van het politiekorps Brabant-Noord. “We kennen vier zogenaamde handhavingsproducten, namelijk trajecten, gebieden, thema’s en doelgroepen. Waar het gaat om trajecten baseren we ons op objectieve cijfers en stellen we activiteiten vast in overleg met de wegbehcerder en de districten. Bij het bepalen van activiteiten binnen gebieden spelen ook subjectieve gegevens uit wijken een rol, bijvoorbeeld signalen van bewoners. In overleg met buurt-coördinatoren en teamchefs gaan we dan aan de slag in zo’n gebied. We gaan dus intensief samenwerken met de districten. Samen kunnen we heel veel aan verkeershandhaving hebben. Veiligheid Voorop geldt immers ook voor het verkeer.”
“Behalve met de districten is de samenwerking met partners als POV, BVOM, 3VO en ook bestuur van belang. Want handhaving is maar één van de stappen om het verkeer veiliger te maken. Samen met partners kunnen we bepaalde situaties daadwerkeli1k veiliger maken. We zijn inmiddels aangesloten bij de stuurgroep en het amhtelijk overleg Verkeer en Vervoer van tien gemeenten in Brabant Noordoost. Daar geven we zowel op bestuurlijk als op uitvoerend niveau concreet invulling aan verkeersveiligheid. En dan blijkt ook dat je elkaar nodig hebt. Handhaving alleen is niet voldoende, vaak is het ook nodig dat de infrastructuur wordt verbeterd. Samenwerking, handhaving, gedragsbeïn-0oeding en verbetering van de infrastructuur: dat zijn de belangrijkste ingrediënten voor een veiliger verkeer in Brabant-Noord. Met al het enthousiasme en medewerking om ons heen, gaat ons dat de komende vier jaar vast lukken.” (Insigne, 8/2000)