04-12-2020

Opkrabbelen na val met e-bike

V&VN magazine

Steeds meer ouderen belanden na een ongeval met de e-bike op de spoedeisende hulp. Dat de impact van zo’n ongeluk groot is, ontdekte Lilian Vloet, verpleegkundedocent en lector Acute Intensieve Zorg aan de Hogeschool Arnhem en Nijmegen (HAN). Ook op psychosociaal vlak: “Ouderen houden vaak last van angst en onzekerheid. Dat heeft forse gevolgen voor hun zelfredzaamheid.”

Waar gaat het onderzoek over?

“Verpleegkundigen en artsen op de SEH vertelden ons dat ze regelmatig ouderen behandelen die een ongeval hadden gehad op hun e-bike. Als de situatie niet levensbedreigend is, is gipsen en repareren in de meeste gevallen zo gebeurd. Maar zorgverleners blijven vaak zitten met de vraag hoe het met deze patiënten, eenmaal thuis, verder gaat. Dat hebben we onderzocht: eerst door diepte-interviews te houden met twaalf ouderen, die samen met naasten terug­ blikten op hun ongeval. En vervolgens – heel bijzonder – met álle betrokkenen bij elkaar in een grote groep: ambulance­ verpleegkundigen, SEH-verpleegkundi­gen, traumachirurgen, huisartsen, wijk­verpleegkundigen, fietsverkopers, ethici, onderzoekers en ouderen zelf Alleen de fietsfabrikanten wilden niet meedoen.”

Waarom is het belangrijk voor ver­pleegkundlgen en verzorgenden?

“De impact van een ongeluk met de e-bike blijkt groot te zijn. Soms lichame­lijk – zo was er een mevrouw die na een schouderbreuk haar haren niet meer goed kon kammen – maar juist ook op psychosociaal vlak. De elektrische fiets is voor veel mensen een manier om hun zelfredzaamheid en vitaliteit te behou­den: ze gaan erop uit, doen hun bood­ schappen ermee en bezoeken vrienden en familie. Na het ongeluk voelen ze zich vaak angstig en onzeker. Sommige oude­ren durven helemaal niet meer op de fiets te stappen. Ook relaties veranderen: kinderen vinden het bijvoorbeeld niet meer verantwoord dat hun ouders gaan fietsen. Dat alles schopt de zelfredzaamheid en zelfregie van ouderen flink in de war. Ook bleek dat de overdracht van het ziekenhuis naar de eerste lijn niet optimaal is en dat veel slachtoffers van een e-bikeongeval niet bij de wijk­ verpleging in beeld zijn. Voor ouderen is het soms al genoeg als ze een telefoontje krijgen van de praktijkondersteuner of de wijkverpleegkundige die vraagt hoe het gaat en of er thuishulp nodig is.”

Wat zijn je aanbevelingen’?

“De patiënten in ons onderzoek misten aandacht voor nazorg op de SEH. Een SEH-verpleegkundige of een transfer­ verpleegkundige zou in het ziekenhuis de thuissituatie in kaart kunnen brengen. Als het nodig is, kan de aanvraag voor thuis­ zorg alvast in gang gezet worden. In het Radboudumc komt een wijkverpleeg­kundige nu een paar dagen per week op de SEH om de zorgoverdracht in dit soort gevallen te stroomlijnen. Daarnaast is het van belang dat ouderen meer informatie krijgen als ze een e-bike gaan kopen. Bij een e-bike met een voorwielmotor bijvoorbeeld is de voorkant erg zwaar, waardoor het bij het op- en afstappen al mis kan gaan goede voor­lichting over de risico’s en mogelijkheden is onmis­baar.”